de afbouw m
- (bouwkunde) het tot voltooiing afbouwen van een bouwwerk
- geleidelijke beëindiging als functie van tijd of een andere parameter
- In dit intakegesprek worden uw problemen geïnventariseerd en wordt er met u gesproken over uw motivatie voor de afbouw van uw medicatie
- De dubbele heffingskorting voor kostwinners wordt in 15 jaarlijkse stappen afgebouwd.
- De algemene heffingskorting wordt, als functie van het inkomen in box 1, in de tweede en derde schijf afgebouwd.
afbouw
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbouwen
99 % |
van de Nederlanders;
|
98 % |
van de Vlamingen.[1]
|