afbekken
- af·bek·ken
- samenstelling van af bw en bekken ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afbekken |
bekte af |
afgebekt |
zwak -t | volledig |
afbekken
- overgankelijk iemand op grove wijze te woord staan
- Hij vroeg beleefd om nadere toelichting, maar hij werd alleen maar afgebekt.
- Het woord afbekken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afbekken" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be