adviserend
- Geluid: adviserend (hulp, bestand)
- ad·vi·se·rend
vervoeging van: | adviseren |
verbogen vorm: | adviserende |
adviserend
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | adviserend | adviserender | adviserendst |
verbogen | adviserende | adviserendere | adviserendste |
partitief | adviserends | adviserenders | - |
adviserend
- tegen iemand zeggend wat het beste voor hem zou zijn, raadgevend, aanbevelingen gevend
- - Een arts heeft steeds meer een adviserende rol voor haar patiënten en veel minder een dwingend voorschrijvende rol.
- inlichtingen gevend
- - Deze commissies hebben aanmerkelijk minder bevoegdheden en hebben vooral een adviserende taak. [1]
- Het woord adviserend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ NRC Elsje Jorritsma 24 november 2016