advertentiegeweld
- ad·ver·ten·tie·ge·weld
- samenstelling van advertentie zn en geweld zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | advertentiegeweld | |
verkleinwoord |
het advertentiegeweld o
- (economie) de enorme vloed van advertenties die een consument over zich heen krijgt
- ▸ Bijvoorbeeld: hoeveel automobilisten hebben in de campagneperiode niet op natuurlijke wijze contact gehad met hun Bovag-garage, hun VNA-leasebedrijf, etc? Wat zou de (media-)impact geweest zijn van een daadwerkelijk alternatief ter bestrijding van de files? Of: zou je automobilisten niet gewoon bij een tankstation de petitie kunnen laten ondertekenen? Weg dus met het zinloos advertentiegeweld. Als die clubs ook maar één cent subsidie zouden krijgen, dan zou ik het wel weten als ik Bos was. Heel verstandig overigens ook van ANWB om niet mee te doen.[1]
- ▸ We zien in de eerste 20 minuten dat we wakker zijn meer commerciële uitingen dan 30 jaar geleden in een hele dag. Advertenties zijn waardevol om het aankoopgedrag en de merkvoorkeur te stimuleren. Maar hoe blijf je als adverteerder tussen al dat advertentiegeweld opvallen?[2]
- Het woord 'advertentiegeweld' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Zinloos advertentiegeweld” (7 October 2007)
- ↑ Weblink bron “"Het is niet erg dat heel veel mensen je advertentie niet willen zien.”” (17 December 2018)