adresseerbaar
- adres·seer·baar
- Naamwoord van handeling van adresseren met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | adresseerbaar | adresseerbaarder | adresseerbaarst |
verbogen | adresseerbare | adresseerbaardere | adresseerbaarste |
partitief | adresseerbaars | adresseerbaarders | - |
adresseerbaar
- van een object dat het een adres met een postcode heeft
- Verblijfsobjecten, standplaatsen en ligplaatsen zijn adresseerbare objecten volgens de wet.
- van een geheugenplaats in een computer dat je het een uniek nummer kunt geven
- Computers met een woordbreedte van 32 bits hebben een addresseerbaar geheugen van 4 Gigabyte.
- Het woord 'adresseerbaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.