Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • adap·tief
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen adaptief adaptiever adaptiefst
verbogen adaptieve adaptievere adaptiefste
partitief adaptiefs adaptievers -

Bijvoeglijk naamwoord

adaptief

  1. zich aanpassend
    • een adaptief regelsysteem is de enige mogelijkheid in deze situatie 

Gangbaarheid

90 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen