activiteitenmatrix
- ac·ti·vi·tei·ten·ma·trix
- samenstelling van activiteit zn en matrix zn met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | activiteitenmatrix | activiteitenmatrices activiteitenmatrixen |
verkleinwoord | activiteitenmatrixje | activiteitenmatrixjes |
de activiteitenmatrix v
- tabel waarin aangegeven is welke middelen men gebruikt of inzet voor welke activiteiten
- ▸ ‘Concreet komt er een activiteitenmatrix die aangeeft welke verschillende activiteiten onder welke voorwaarden veilig georganiseerd kunnen worden,’ laat Weyts weten. ‘Zo krijgen studenten en de verschillende (lokale) overheden bijvoorbeeld duidelijkheid over hoeveel mensen je kan uitnodigen naar een kotbijeenkomst, hoe een fakbar ingericht moet worden, wanneer sportwedstrijden kunnen doorgaan en welk protocol er nageleefd moet worden bij een praesidiumweekend.’[1]
- hulpmiddel in het projectmanagement
- Het woord 'activiteitenmatrix' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Simon Grymonprez“Geen fuiven, TD’s en cantussen tijdens eerste semester” (Vrijdag 11 september 2020 om 13:13), De Standaard