• ac·ti·ve·rend
vervoeging van: activeren
verbogen vorm: activerende

activerend

  1. onvoltooid deelwoord van activeren
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen activerend activerender activerendst
verbogen activerende activerendere activerendste
partitief activerends activerenders -

activerend

  1. gericht op het werkzamer worden
    • Het HKZ-certificaat geldt voor alle vormen van zorg (persoonlijke verzorging, verpleging, ondersteunende en activerende begeleiding, behandeling en verblijf). [1] 
    • Nederland moet een activerende verzorgingsstaat worden en die krijg je niet via drastische bezuinigingen. [2] 
    • Er zijn nu grote verschillen in de manier waarop gemeenten de bijstand uitvoeren en gemeente- ambtenaren hebben hierin een grote vrijheid. „Er zijn medewerkers bij de sociale diensten die de activerende principes van de bijstand goed toepassen, er zijn er ook die dat niet doen. [3]