• ac·tie·ven
  • afleiding van actief met het achtervoegsel -en
enkelvoud meervoud
naamwoord actieven
verkleinwoord

de actievenmv

  1. (economie) mensen die betaald werk verrichten
     Omdat de eisen aan het huidige stelsel worden aangescherpt moeten pensioenfondsen grotere buffers opbouwen. Dat betekent dat dat geld niet gebruikt kan worden voor de indexatie, het verhogen van de pensioenen. De pensioenen zullen, zo verwachten de sociale partners, dus langere tijd op hetzelfde niveau blijven. 'Dit impliceert een aanzienlijke koopkrachtachteruitgang voor gepensioneerden en een reëel achterblijvende pensioenopbouw voor actieven (werknemers).'[1]


  1.   Weblink bron
    Gert Jan Dennekamp
    “'Pensioenpot moet opgaan in nieuw stelsel'” (07-04-2011), NOS