acteur-regisseur
- ac·teur-re·gis·seur
- samenstelling van acteur zn en regisseur zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | acteur-regisseur | acteurs-regisseurs acteur-regisseurs |
verkleinwoord |
de acteur-regisseur m
- (beroep) (toneel) iemand die meespeelt in een film of toneelstuk en ook de rol van regisseur heeft; regisseur die zelf meespeelt in een film of toneelstuk
- Het woord acteur-regisseur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.