acteertalent

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  acteertalent    (hulp, bestand)
• IPA: / ɑkˈtertaˌlɛnt / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• ac·teer·ta·lent

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  acteer ww  en  talent zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	acteertalent	acteertalenten
verkleinwoord	acteertalentje	acteertalentjes

Zelfstandig naamwoord

het acteertalent o

1. aanleg voor toneelspelen

   ▸ Volgens Reijn heeft het creëren van een broeierige sfeer meer te maken met zijn acteertalent dan met zijn uiterlijk. Reijn: „Hij durft als acteur naar plekken te gaan waar dingen schaamtevol en stroef zijn, zonder van zijn stuk te raken. Als acteur moet je je stem en lichaam perfect onder controle hebben om op zulke momenten los te laten. Daar is hij steeds beter in geworden.”

2. persoon die goed kan toneelspelen

   ▸ In theater de Oude Luxor in Rotterdam prees de jury van de cabarettalentenjacht hem als „een groot acteertalent met een goed gevoel voor timing”.

Gangbaarheid

• Het woord acteertalent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.