stamtijd
tegenw.
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
acredito acreditava acreditat
1e vervoeging volledig

acreditar

  1. accrediteren, een goede naam geven, vertrouwen inboezemen


stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
acreditar
acreditaba
acreditado
volledig

acreditar

  1. krediet verschaffen aan
  2. accrediteren, een goede naam geven, vertrouwen inboezemen, gezag verlenen aan
  3. bewijzen, garanderen, staven, bekrachtigen
  4. crediteren
  5. bekrachtigen
  6. waarborgen