achtertros
- Geluid: achtertros (hulp, bestand)
- ach·ter·tros
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | achtertros | achtertrossen |
verkleinwoord |
de achtertros m
- (scheepvaart) dik touw dat is samengesteld uit verschillende strengen dat hangt aan de achterzijde van een schip
- Het woord achtertros staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.