achterterrein
  • ach·ter·ter·rein
enkelvoud meervoud
naamwoord achterterrein achterterreinen
verkleinwoord achterterreintje achterterreintjes

het achterterreino [1]

  1. achteraf gelegen stuk land; stuk land dat, gezien vanaf de straatkant, achter een gebouw ligt
     De voorkant en het achterterrein worden ondertussen wel aangepakt. Met de zogenaamde kiss-and-ridezone wordt op z’n vroegst eind september begonnen[2]
     Veevoederfabriek ABZ wil uitbreiden. De veevoederfabriek in het centrum van Markelo wil de laadstraat op het achterterrein met ruim 6 meter en 26 meter in de hoogte uitbouwen en moderniseren. Het moet geluidsoverlast door stationair lopende vrachtwagens beperken.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Anne Loohuis
    “Nieuwe Nutsschool in Oldenzaal opent pas na herfstvakantie” (15-06-2021), Tubantia
  3.   Weblink bron
    Jantien Bussink
    “Veevoederfabriek ABZ in Markelo wil meer ruimte voor nieuwe laadstraat; verplaatsing nog lang niet aan de orde” (23-06-2022), Tubantia