Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ach·ter·stel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord achterstel achterstellen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het achterstelo [2]

  1. achterste deel van viervoetige dieren of van een vierwielig rij- of voertuig

Werkwoord

vervoeging van
achterstellen

achterstel

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achterstellen
    • ... dat ik achterstel. 

Gangbaarheid

Verwijzingen