acclimatiseren
- ac·cli·ma·ti·se·ren
- In de betekenis van ‘aan een ander klimaat gewennen’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- Van het Engelse acclimatize of het Franse acclimater met het achtervoegsel -iseren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
acclimatiseren |
acclimatiseerde |
geacclimatiseerd |
zwak -d | volledig |
acclimatiseren
- ergatief aan een andere omgeving wennen
1. aan een andere omgeving wennen
- Het woord acclimatiseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "acclimatiseren" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ "acclimatiseren" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be