accentverschil

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  accentverschil    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ac·cent·ver·schil

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  accent zn  en  verschil zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	accentverschil	accentverschillen
verkleinwoord	accentverschilletje	accentverschilletjes

Zelfstandig naamwoord

het accentverschil o

1. verschil in inzicht betreffende een bepaalde kwestie

   ▸ 'Accentverschil tussen PvdA en VVD': VVD en PvdA wachten met spanning op de cijfers van het Centraal Planbureau, die donderdag komen. Voor de PvdA zijn extra bezuinigingen nog geen uitgemaakte zaak, maar de VVD wil het tekort hoe dan ook niet laten oplopen. Politiek verslaggever Dominique van der Heyde in Den Haag.

2. niet essentieel verschil

   ▸ Hij heeft het over de uitstraling van Enschede. "Dat je ervaart dat het een stad is van meer dan 150.000 inwoners." Dat er niets mis mee is, blijkt wel uit de 'ongelooflijk veel positieve' reacties die de gemeente volgens Bleker krijgt op de Alphatoren. "Het is de eerste echte hoogbouw in Enschede." In de klassieke zin van het woord. Hoogbouw zoals we het kennen van de wolkenkrabbers uit New York uit het King-Kongtijdperk. Alleen is het in Enschede weer net iets anders gemaakt. Het accentverschil is de baksteen.

Gangbaarheid

• Het woord accentverschil staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.