abaya
  • aba·ya
enkelvoud meervoud
naamwoord abaya abaya's
verkleinwoord

de abayav / m

  1. (kleding) loszittende lange Arabische jurk voor vrouwen waardoor alleen handen, voeten en het gelaat zichtbaar blijven; ze wordt gedragen over andere kleding heen
     Iemand die het land voor het eerst bezoekt merkt het misschien niet eens op; Saudische vrouwen die in de bediening werken of bij de receptie van een hotel. Dat was een paar jaar geleden allemaal ondenkbaar. Tot voor kort waren Saudische vrouwen vrijwel onzichtbaar in het openbare leven. Nu kunnen vrouwen probleemloos zonder hoofddoek en abaya over straat.[2]
     Vorige maand kondigde Frankrijk een verbod aan op het dragen van de abaya, een los vallend gewaad tot de grond met lange mouwen. Volgens de Franse minister van Onderwijs schendt het gewaad de strikte seculiere regels op school. Het dragen van een hoofddoek is al jaren verboden in Franse klaslokalen.[3]
  1. abaya op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron “Feesten en investeren kan in 'nieuw' Saudi-Arabië, maar politieke kritiek niet” (9 april 2023), NOS
  3.   Weblink bron “Egypte verbiedt nikab op school: 'Onderdeel aanpak conservatieve islam'” (30 september), NOS