Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aard·gas·bo·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aardgasboring aardgasboringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aardgasboringv

  1. (mijnbouw) het boren in de aarde met als doel om aardgas te vinden en te winnen
     De aardschok deed zich voor op de avond dat de Tweede Kamer in Den Haag debatteert met minister Kamp over de aardgasboringen in Groningen.[1]
     De vervuiling met olieachtige producten en barium dateert van aardgasboringen vóór 1987 en werd vorig jaar door GroenLinks in Overijssel aangekaart.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Lichte aardschok gevoeld in Drenthe” (06-02-2014), Tubantia
  2.   Weblink bron “Ecologisch risico door vervuiling boorput Tubbergen” (21-07-2017), Tubantia