aanvangsprijs
- aan·vangs·prijs
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanvangsprijs | aanvangsprijzen |
verkleinwoord | aanvangsprijsje | aanvangsprijsjes |
de aanvangsprijs m
- de prijs waarmee men een biedproces begint
- ▸ De aanvangsprijs voor de kleine rode handtas met hartafbeelding gemaakt door Giorgio Armani en met handtekening van Sophia Loren, werd vastgelegd op 21.500 euro (900.000 roebel).[1]
- de prijs die men in het begin van een periode moet betalen
- ▸ Ondanks al dit heuglijke nieuws, lijken toch maar weinig mensen bij de Huurcommissie aan te kloppen. Het orgaan kreeg in 2017 in totaal 7.588 verzoeken, waarvan slechts 782 zaken gingen over de toetsing van de aanvangsprijs. Uit het verslag blijkt dat het aantal verzoeken van huurders ten opzichte van 2016 flink is gedaald.[2]
- Het woord 'aanvangsprijs' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Handtas van Sophia Loren geveild voor 167.000 euro” (28-11-2011), Tubantia
- ↑ Weblink bron Natasja de Groot“Huurders dief van eigen portemonnee” (09-05-2018), Tubantia