aanvalsmacht
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aan·vals·macht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanvalsmacht | aanvalsmachten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (militair) leger dat in de aanval gaat; leger dat een aanval kan inzetten
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord aanvalsmacht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.