aanvaardingsplicht
- aan·vaar·dings·plicht
- samenstelling van aanvaarding zn en plicht zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanvaardingsplicht | aanvaardingsplichten |
verkleinwoord |
- de verplichting om iets toe te staan; de verplichting om iets of iemand in ontvangst te nemen
- ▸ De onderwijsjuristen moeten bekijken of het mogelijk is om in ons land een aanvaardingsplicht in te voeren voor scholen die door de overheid worden bekostigd. Als dat niet mogelijk is, moeten ze aangeven welke wijzigingen in wet- en regelgeving nodig zijn om zo’n toelatingsplicht wel in te voeren.[1]
- ▸ De meeste van die matrassen belanden vandaag in de verbrandingsoven. Daar maakt Vlaams minister van Leefmilieu Joke Schauvliege (CD&V) nu een eind aan. Over iets meer dan een jaar, op 1 januari 2018, moet de industrie een aanvaardingsplicht hebben uitgewerkt, zodat de matrassen niet meer domweg worden opgestookt. ‘We willen dat er maximaal wordt ingezet op sorteren en recycleren, zodat we ook voor deze keten de kringloop sluiten’, benadrukt Schauvliege.[2]
- Het woord aanvaardingsplicht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Kamer: Onderzoek toelatingsbeleid scholen” (12 december 2001), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Weblink bron Werner Rommers“Verkopers moeten oude matrassen terugnemen” (31/10/2016), De Standaard