Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·spreek·ver·bod
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanspreekverbod aanspreekverboden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het aanspreekverbodo

  1. (juridisch) verbod om mensen ongevraagd aan te spreken op de openbare weg
     Hoewel gelegen op de openbare weg, is het terras tijdens het seizoen te beschouwen als verlengstuk van de zaak. Zodra iemand zich binnen het afgebakende terras begeeft, is hij/zij geen voorbijganger meer. Binnen het terras geldt de normale klantenbenadering en –behandeling ten volle en geldt er hoegenaamd geen aanspreekverbod.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “aanklampen”