aanschafbelasting

  • aan·schaf·be·las·ting
enkelvoud meervoud
naamwoord aanschafbelasting aanschafbelastingen
verkleinwoord

de aanschafbelastingv

  1. (economie) belasting die wordt geheven over de aanschafprijs van een product
     Verder wordt een verhoging van de aanschafbelasting op nieuwe benzine- en dieselauto's (bpm) vanaf 2025 besproken. Het gaat waarschijnlijk om een verdubbeling van de bpm per auto. Dit moet de schatkist miljarden euro's opleveren. Daar staat een lastenverlichting tegenover voor kopers van tweedehands elektrische auto's. Zakelijke leaseauto's moeten vanaf 2025 allemaal elektrisch zijn.[1]
     De verwachting is dat het tarief per kilometer tussen de 7 en 8 eurocent komt te liggen, afhankelijk van de gekozen variant. Die heffing gaat in het hele land gelden, op elke weg en op ieder tijdstip. De huidige bpm (aanschafbelasting) en motorrijtuigenbelasting verdwijnen dan. Mensen die veel rijden, zijn veel duurder uit dan mensen die hun auto meestal laten staan.[2]
     Kijk daarbij naar welke afspraken en regelingen er op nationaal en Europees niveau zijn, adviseren de adviesbureaus. Accijnzen op brandstof voor vliegtuigen en schepen zijn alleen Europees af te spreken. En veel uitstoot zal via het eerdergenoemde ETS-systeem worden verminderd. Een ander belangrijk advies, volgens Vollenbergh: staar je niet blind op de energiebelasting. Er zijn ook nog een hoop andere knoppen waar de politiek aan kan draaien, zoals de aanschafbelasting (bpm) en motorrijtuigenbelasting en exportkredietverzekeringen.[3]
  1.   Weblink bron “Kabinet overweegt duurdere brandstof en hogere aanschafbelasting benzineauto's” (18 april 2023, 19:49), NOS
  2.   Weblink bron “Rekeningrijden gaat mogelijk 7 à 8 cent per kilometer kosten” (26 juni 2023, 16:44), NOS
  3.   Weblink bron
    Judith van de Hulsbeek
    “'Kijk bij afbouwen fossiele subsidies vooral naar wat energietransitie helpt'” (12 oktober, 07:01), NOS