aannemerscombinatie
- aan·ne·mers·com·bi·na·tie
- samenstelling van aannemer zn en combinatie zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aannemerscombinatie | aannemerscombinaties |
verkleinwoord |
de aannemerscombinatie v
- groep bedrijven die zich samen hebben ingeschreven om een bepaald werk voor een bepaald bedrag te verrichten
- ▸ Door tegenvallers bij de bouw is het project met drie jaar vertraagd. De betrokken partijen, de provincie, Rijkswaterstaat en aannemerscombinatie Herepoort, bakkeleien al twee jaar over de vraag wie voor de meerkosten moet opdraaien.[1]
- Het woord aannemerscombinatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Provincie miljoenen extra kwijt aan aanleg Zuidelijke Ringweg bij stad Groningen” (19-01-2021), NOS