aannemerscombinatie

  • aan·ne·mers·com·bi·na·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord aannemerscombinatie aannemerscombinaties
verkleinwoord

de aannemerscombinatiev

  1. groep bedrijven die zich samen hebben ingeschreven om een bepaald werk voor een bepaald bedrag te verrichten
     Door tegenvallers bij de bouw is het project met drie jaar vertraagd. De betrokken partijen, de provincie, Rijkswaterstaat en aannemerscombinatie Herepoort, bakkeleien al twee jaar over de vraag wie voor de meerkosten moet opdraaien.[1]
  1.   Weblink bron “Provincie miljoenen extra kwijt aan aanleg Zuidelijke Ringweg bij stad Groningen” (19-01-2021), NOS