Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·meld·stic·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanmeldsticker aanmeldstickers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aanmeldstickerm

  1. sticker in een nationaal paspoort van een land buiten de EER dat aangeeft dat de persoon een door de Vreemdelingendienst aangetekende vergunning tot verblijf bezit

Gangbaarheid