aankoopcertificaat

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·koop·cer·ti·fi·caat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aankoopcertificaat aankoopcertificaten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het aankoopcertificaato

  1. (economie) officieel document dat men ontvangt bij de aankoop van bepaalde zaken en waarmee men later kan aantonen iets rechtmatig verworven te hebben

Gangbaarheid