aanklaagster
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanklaagster (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaŋklaxstər / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·klaag·ster
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanklaagster | aanklaagsters |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de aanklaagster v
- (juridisch) vrouw die een strafzaak aanhangig maakt bij de rechter
- ▸ De vrouw is gevlucht naar Zuid-Korea, waar ze oorspronkelijk vandaan komt. De aanklaagster zegt te hopen dat de studente vrijwillig naar Amerika terugkomt. Indien ze dit niet doet, zal de VS om uitlevering vragen.[2]
- ▸ En er speelt nog iets anders, zegt Van den Assum. De zaak begint in Myanmar en eindigt in Bangladesh. "Maar Myanmar is geen partij bij het ICC. De aanklaagster heeft daarom de rechters gevraagd of het ICC überhaupt wel in kan grijpen. Wij verwachten dat het hof daar snel een beslissing over neemt."[3]
Hyponiemen
Verwante begrippen
- vrouwelijke vorm van aanklager
Gangbaarheid
- Het woord aanklaagster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Studente VS vervolgd voor aanzetten vriend tot zelfmoord” (29-10-2019), NOS
- ↑ Weblink bron “VN wil topmilitairen Myanmar vervolgen voor genocide op Rohingya” (27-08-2018), NOS