aanhoudendheid
- aan·hou·dend·heid
- afleding van aanhoudend met het achtervoegsel -heid[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanhoudendheid | aanhoudendheden |
verkleinwoord |
de aanhoudendheid v
- het aanhoudend zijn
- bij aanhoudendheid: bij voortduring, zonder op te houden
- Het woord aanhoudendheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.