Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·gif·te·plicht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aangifteplicht aangifteplichten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aangifteplichtv / m

  1. de verplichting om een melding te maken van zekere (strafbare) gebeurtenissen
     Kabinet had tóch geen aangifteplicht tegen ambtenaren toeslagenaffaire[1]
     Ook in Nederland zijn plannen om de aangifteplicht voor terrorisme te verruimen tot alle terroristische misdrijven, inclusief de voorbereiding daarvan. Een wetsvoorstel daarvoor is in november voor advies naar diverse instanties gestuurd, zoals de Raad voor de rechtspraak en het Openbaar Ministerie.[2]
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Irene de Kruif
    “Kabinet had tóch geen aangifteplicht tegen ambtenaren toeslagenaffaire'” (DI 26 APRIL 2022), NOS
  2.   Weblink bron “Belgische sociale instellingen moeten vermoedens terreur melden” (13-01-2017), NOS