Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·ge·zwom·men
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: aanzwemmen…
geen verbogen vorm

aangezwommen

  1. voltooid deelwoord van aanzwemmen
  2. vormt een adverbiale constructie met komen
    • Hij kwam aangezwommen. 

Gangbaarheid