• aan·ge·kon·dig·de
vervoeging van: aankondigen…
verbogen vorm: aangekondigdee

aangekondigde

  1. verbogen vorm van aangekondigd, voltooid deelwoord van aankondigen

aangekondigde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van aangekondigd
enkelvoud meervoud
naamwoord aangekondigde aangekondigden
verkleinwoord

de aangekondigdev / m

  1. persoon waarvan gezegd is dat hij of zij zou komen