Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·ge·knipt
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

stellend
onverbogen aangeknipt
verbogen aangeknipte

aangeknipt

  1. (van een mouw) niet ingezet

Werkwoord

vervoeging van: aanknippen…
verbogen vorm: aangeknipte

aangeknipt

  1. voltooid deelwoord van aanknippen

Gangbaarheid