Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·ge·bon·den
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: aanbinden…
verbogen vorm: aangebondene

aangebonden

  1. voltooid deelwoord van aanbinden
Hyponiemen
Uitdrukkingen en gezegden

Kort aangebonden zijn.

  • Snel kwaad of boos worden.

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be