aandelenhypotheek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aan·de·len·hy·po·theek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aandelenhypotheek | aandelenhypotheken |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de aandelenhypotheek v
- een hypothecaire lening die men aflost met de opbrengst van een aandelenpakket
- ▸ Door alle verhalen begint het toch te knagen. We hebben een aandelenhypotheek. En de beurs staat laag, maar dan kan maandelijks toch goedkoop ingekocht worden?[1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord aandelenhypotheek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron THIJS RÖSKEN“Juist nu je hypotheek evalueren” (24 jul. 2012), De Telegraaf