• aan·brei·en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanbreien
breide aan
aangebreid
zwak -d volledig

aanbreien

  1. overgankelijk door breien iets toevoegen
    • Het logo werd aangebreid aan de trui. 
58 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be