aanbevolen
- Geluid: aanbevolen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈambəvolə(n) / (4 lettergrepen)
- aan·be·vo·len
- vervoeging van aanbevelen: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) maar met een klinkerwisseling ee-oo (IPAː /e/ - /oː/) (van het scheidbare werkwoord), op te vatten als samenstelling van aan bw en bevolen ww
vervoeging van: | aanbevelen… |
verbogen vorm: | aanbevolene |
aanbevolen
- voltooid deelwoord van aanbevelen
- vormt de lijdende vorm
- ▸ Een bestemming én manier van vakantie vieren die ons door de dame in het reisbureau overigens van harte werd aanbevolen.[1]
- zich aanbevolen houden voor
zin hebben in iets
- Het woord aanbevolen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.