Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Zut·phe·naar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Zutphenaar Zutphenaren
verkleinwoord Zutphenaartje Zutphenaartjes

Zelfstandig naamwoord

Zutphenaar

  1. (demoniem) iemand die in de Nederlandse stad of gemeente Zutphen woont of uit Zutphen afkomstig is
Hyponiemen

Gangbaarheid