Weststellingwerfs

  • West·stel·ling·werfs
enkelvoud bezitsvorm meervoud
naamwoord Weststellingwerfs - -
verkleinwoord - - -

het Weststellingwerfso

  1. geen meervoud (taal) Nedersaksische dialect, gesproken in Weststellingwerf
    • Verhalen en gedichten in het Gronings, het Weststellingwerfs, het NW-Overijssels en het Twents. [1]