Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Ver·kehrs·zäh·lung
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van de Duitse zelfstandige naamwoorden Verkehr en Zählung met het voorvoegsel ver-, met het invoegsel -s- en met het achtervoegsel -ung
enkelvoud meervoud
nominatief die Verkehrszählung die Verkehrszählungen
genitief der Verkehrszählung der Verkehrszählungen
datief der Verkehrszählung den Verkehrszählungen
accusatief die Verkehrszählung die Verkehrszählungen

Zelfstandig naamwoord

Verkehrszählung, v

  1. (statistiek), (verkeer) verkeerstelling
    «Nach Protesten von den Bewohnern wird dort im September eine neue Verkehrszählung durchgeführt.»
    Na protest van de bewoners wordt er een nieuwe verkeerstelling in september uitgevoerd.
Hyperoniemen