Transalpijns-Gallisch

ISO 639-3
xtg
bestand
  • Trans·al·pijns-Gal·lisch
enkelvoud bezitsvorm meervoud
naamwoord Transalpijns-Gallisch - -
verkleinwoord - - -

het Transalpijns-Gallischo

  1. geen meervoud (taal) de Keltische taal die in de oudheid in Gallië gesproken werd en wel aan de andere kant van de Alpen (vanaf Rome gerekend)
    • Het Transalpijns-Gallisch werd na afloop van de Romeinse tijd nog hier en daar gesproken.