• Tal·mu·di·ca
enkelvoud meervoud
naamwoord Talmudica -
verkleinwoord

de Talmudicamv

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) studie van de Talmoedische literatuur
     Rabbijn Yehuda Aschkenasy (1924-2011) doceerde Talmudica op de toenmalige KT(h)UA, Katholieke Theologische Universiteit van Amsterdam.[2]
  1. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
  2.   Weblink bron
    André van Aarle
    Vrijheid is het meest wezenlijke dat ons tot mens maakt in:
    Annemarthe Westerbeek e.a.
    Delen in vrijheid (2020), Stichting Micha Nederland, Utrecht, p. 18