Schiphol
- Schip·hol
- van Middelnederlands Sciphol samenstelling van scip zn "vaartuig" en hol zn "laaggelegen, moerassige plaats" , oorspronkelijk de naam voor een ondiep maar bevaarbaar water [1]
Schiphol o
- (toponiem) (bedrijf) nationale luchthaven van Nederland, ten zuidwesten van Amsterdam
- ▸ Ze wijst op een foto van een onooglijk grijs vrachtwagentje op de parkeerplaats van Schiphol. Dat was een auto van het timmerbedrijf waar mijn vader werkte. Hiermee bracht een oom ons naar het vliegveld – de koffers stuiterden achterin de laadbak.[2]
- ▸ Maar groot of beursgenoteerd betekent niet: immuun voor de crisis. KLM, Schiphol en de ov-bedrijven leden verlies.[3]
- ▸ Even speelde men met de gedachte bij Schellingwoude een fabriek te bouwen voor zogenoemde ‘landvliegtuigen’, want die hebben de toekomst. Maar uiteindelijk liepen de plannen voor een internationale luchthaven op niets uit en viel de keuze op Schiphol. Het had dus niet veel gescheeld of bij Schellingwoude had Amsterdam Airport gelegen.[4]
- ▸ Hij probeerde alles om van zijn slapeloosheid af te komen, maar niets mocht baten. Even was de hoop gevestigd op een duur Japans apparaat dat rustgevende lichtstralen beloofde te projecteren, maar dat werd hem dan weer door een beveiliger op Schiphol afgenomen.[5]
- Het woord 'Schiphol' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Schiphol op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Annemarie Haverkamp“De grote reis van Gerry en Gerrit” (1 april 2021) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Jorg Leijten & Menno Tamminga“Na de eerste schrik kwam toch vaak het dividend” (26 maart 2021) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Kester Freriks“Enclave aan het IJ waar bijna Amsterdam Airport had gelegen” (22 januari 2021) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Sebastiaan Kort“Misschien deugde er iets niet aan die grootouders” (2 april 2020) op nrc.nl