• Schalk·yaahr
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Schalkyaahr es Schalkyaahr Schalkyaahre die Schalkyaahre
datief me Schalkyaahr em Schalkyaahr Schalkyaahre de Schalkyaahre
accusatief en Schalkyaahr es Schalkyaahr Schalkyaahre die Schalkyaahre

Schalkyaahr, o

  1. (tijdrekening) schrikkeljaar (een jaar dat ook de 29 februari heeft, een jaar met 366 dagen)
    «Es Yaahr 2016 iss en Schalkyaahr
    Het jaar 2016 is een schrikkeljaar.