Puerto Ricaans
- Puer·to Ri·caans
- Afgeleid van Puerto Ricaan met het achtervoegsel -s
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | Puerto Ricaans | Puerto Ricaanser | Puerto Ricaanst |
verbogen | Puerto Ricaanse | Puerto Ricaansere | Puerto Ricaanste |
partitief | Puerto Ricaans | Puerto Ricaansers | - |
Puerto Ricaans
- (demoniem) op Puerto Rico (ook Porto Rico) betrekking hebbend
Demoniemen bij Puerto Rico in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Porto Ricaan, Puerto Ricaan • inwoonster: Porto Ricaanse, Puerto Ricaanse • bijvoeglijk: Porto Ricaans, Puerto Ricaans |
- Het woord Puerto Ricaans staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.