Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Pa·rij·ze·naar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Parijzenaar Parijzenaren
Parijzenaars
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Parijzenaarm

  1. (demoniem) een inwoner van Parijs, of iemand afkomstig uit Parijs
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid