• Mit·ter·nacht
  • Samenstelling van de Duitse zelfstandige naamwoorden Mitte en Nacht
enkelvoud meervoud
nominatief die Mitternacht -
genitief der Mitternacht -
datief der Mitternacht -
accusatief die Mitternacht -

Mitternacht, v

  1. (tijdrekening) middernacht
    «Diese Gebäude ist immer bis Mitternacht geöffnet.»
    Deze gebouwen altijd tot middernacht open.