Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Ma·ri·ye
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Mariye der Mariye Mariye die Mariye
datief me Mariye em Mariye Mariye de Mariye
accusatief en Mariye der Mariye Mariye die Mariye

Zelfstandig naamwoord

Mariye, m

  1. (tijdrekening) ochtend
    «Ee Mariye waare mir mit en Bauer datt am schwetze.»
    Op een ochtend hebben we met een boer daar gesproken.
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
Goede morgen!
Opmerkingen