Madrileens
- Geluid: Madrileens (hulp, bestand)
- Ma·dri·leens
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | Madrileens | Madrileenser | Madrileenst |
verbogen | Madrileense | Madrileensere | Madrileenste |
partitief | Madrileens | Madrileensers | - |
Madrileens
- (demoniem) op Madrid betrekking hebbend
Demoniemen bij Madrid in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Madrileen • inwoonster: Madrileense, Madridse • bijvoeglijk: Madrileens, Madrids |
- Het woord Madrileens staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.