Ein Mädchen
Twee Duitse meisjes in het opvangcentrum voor vluchtelingenkinderen in Urdenbach, Duitsland in de onmiddellijke periode na de Tweede Wereldoorlog


  • Mäd·chen
  • Afkomstig van het verouderde Duitse zelfstandige naamwoord Mägdchen, de verkleinform van het Duitse zelfstandige naamwoord Magd
enkelvoud meervoud
nominatief das Mädchen die Mädchen
genitief des Mädchens der Mädchen
datief dem Mädchen den Mädchen
accusatief das Mädchen die Mädchen

Mädchen, o

  1. meisje
    «Meine Bekannte hat ein kleines Mädchen bekommen.»
    Mijn kennis heeft een klein meisje gekregen.